Verplichting EPC bedrijfsgebouwen

Per 1 januari 2025 is het verplicht voor elk niet-residentieel gebouw met een bruikbare vloeroppervlakte van 1000 m² of meer om te beschikken over een geldig Energieprestatiecertificaat Niet-Residentieel (EPC NR). Deze verplichting geldt ongeacht of het gebouw wordt verkocht of verhuurd.

Wat is een EPC NR?

Het EPC NR is een certificaat dat eigenaars en gebruikers van niet-residentiële gebouwen ondersteunt in het behalen van de langetermijndoelen (=koolstofneutraal zijn). 

Het certificaat is gebaseerd op twee belangrijke indicatoren:

  • Energielabel: Dit label wordt bepaald op basis van de productie van hernieuwbare energie en het gebruik van restwarmte in verhouding tot het totale energieverbruik van het gebouw. Het gebruikersgedrag (= werkelijke energieverbruik) speelt hierbij een belangrijke rol. Daarom moet de energiedeskundige de meterstanden en metingen van hernieuwbare technologieën registreren. De labels variëren van A tot G. Als er geen of onvoldoende meetgegevens beschikbaar zijn, krijgt het EPC NR het label ‘X’. Zo weet de eigenaar dat er tegen de hernieuwing van het EPC meters moeten bijgeplaatst worden om een geldig label te verkrijgen, en dus ook om te kunnen voldoen aan de labelplicht.

  • Energiescore: De energiescore wordt berekend aan de hand van een theoretische inschatting van de energieprestatie van het gebouw, zonder rekening te houden met het gebruikersgedrag.

Waarom is een EPC NR nodig?

Om de klimaatdoelen voor 2050 te halen, moeten alle niet-residentiële gebouwen koolstofneutraal zijn. Dit betekent dat de energiebehoefte van deze gebouwen volledig moet worden gedekt door hernieuwbare energie of restwarmte. Het EPC NR helpt eigenaars en gebruikers om stap voor stap te werken richting deze langetermijndoelstelling, door hen niet alleen inzicht te geven in de huidige energieprestaties, maar ook door aanbevelingen te doen voor mogelijke verbeteringen.

Wat wordt verstaan onder 'niet-residentiële gebouweenheid'?

Niet-residentiële gebouweenheden zijn gebouwen die als hoofdbestemming ‘niet-residentieel’ hebben. Voorbeelden hiervan zijn kantoren, scholen, zorginstellingen, sportcomplexen, winkel- en horecapanden en vergaderfaciliteiten.

Wat niet onder de definitie van niet-residentieel valt, zijn:

  • Wooneenheden;
  • Gebouwen voor industrieel gebruik (bijvoorbeeld: werkplaatsen, opslagruimten, loodsen);
  • Landbouwgebouwen;
  • Gebouwen voor erediensten en religieuze activiteiten.

 

Stapsgewijze invoering van de verplichting

De verplichting om een EPC NR te hebben wordt in fasen ingevoerd:

  • Vanaf 1 januari 2025: Elke niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte van 1000 m² of meer moet beschikken over een geldig EPC NR (ongeacht verkoop of verhuur).
  • Vanaf 1 januari 2026: De verplichting geldt voor alle niet-residentiële gebouweenheden met een vloeroppervlakte van minder dan 1000 m² (ongeacht verkoop of verhuur).
  • Vanaf 1 januari 2030: Elke grote niet-residentiële gebouweenheid moet een geldig EPC NR hebben met minimaal label E. Voor overheidsgebouwen en publieke organisaties geldt deze verplichting al vanaf 1 januari 2028.

Hoe kunt u zich voorbereiden?

De eerste stap is het inschakelen van een erkende energiedeskundige type D. Tot juli 2026 is het mogelijk om de opmaak van een EPC te laten uitvoeren door een werknemer van de eigen organisatie, mits deze geslaagd is voor het examen en erkend wordt als energiedeskundige. Voor grote vastgoedportefeuilles kan het voordelig zijn om deze EPC’s intern te laten opmaken.

 

Hoe lang blijft het EPC geldig?

Een EPC blijft 5 jaar geldig na opmaak.

 

Labelplicht

Vanaf 1 januari 2030 zullen zowel kleine als grote niet-residentiële gebouweenheden een minimaal energielabel E moeten behalen (ongeacht verkoop of verhuur). 

Voor overheidsgebouwen en publieke organisaties geldt deze verplichting al vanaf 1 januari 2028. Dit omwille van hun voorbeeldfunctie. 

Tussen 2030 en 2050 zal dit verplicht te behalen energielabel geleidelijk verstrengen.

Nog meer info nodig? Klik hier